Achtergrond

Het praktijknetwerk “Klei voor de Veenkoloniën” is in de zomer van 2013 van start gegaan. Het doel is om de haalbaarheid te onderzoeken van het verrijken van de veenkoloniale bodem met klei.

Initiatiefnemer voor het netwerk is Harbert ten Have, 1e Exloermond 123. Als akkerbouwer op zand-dalgronden heeft hij te maken met een relatief lage intrinsieke bodemvruchtbaarheid. Door een juiste bemesting en een goed beheer van het organische stofgehalte van de bodem kan de vruchtbaarheid op peil worden gehouden en wordt het vochtvasthoudend vermogen verbeterd. Daaraan gekoppeld zoekt hij ook methoden om de CEC te verhogen en het stuifgevoelige karakter van de bodem definitief te verminderen.

Op dit moment wordt in de regio naast de normale bemestingsstrategieën, waaronder het toepassen van organische mest, ook geëxperimenteerd met steenmeel, een commercieel product van gemalen vulkanisch gesteente. Klei is een natuurlijk product, in oorsprong ook afkomstig van verweerde steen. Het is bekend dat kleigrond een hogere vruchtbaarheid heeft dan zandgrond. Dit wordt onder andere aangegeven door de “Totale Uitwisselings Capaciteit” (TEC), een indicator waarmee Ten Have binnen het project “Bodem in Balans?” ook in aanraking is gekomen. Daarnaast is klei veel rijker aan nutriënten en sporenelementen dan zandgrond.

 

Doelstellingen

Het praktijknetwerk heeft de volgende doelstelling:

Uitzoeken of de Veenkoloniale zandgrond op een rendabele manier kan worden verrijkt met klei, zodat betere opbrengsten worden gehaald.

Binnen dit onderzoek wordt aan de ene kant de verbetering van de bodemkwaliteit en gewasopbrengst- en kwaliteit gekwantificeerd, terwijl aan de andere kant het kostenplaatje in beeld wordt gebracht.

 

Vragen

  • Welk type klei is geschikt? Er zijn proeven aangelegd met vaste klei, bentonietkorrels, bentonietslurrie enbietentarra van Cosun
  • Hoe kan de klei opgebracht worden, zodanig dat het goed door de bouwvoor gemengd is? Komt vaste klei terug in de rooimachine?
  • Wat doet de klei voor nutriëntleverend vermogen en fysische eigenschappen van de grond?
  • Hoe reageert het gewas erop?
  • Zijn er opbrengstverschillen?
  • Is het economisch haalbaar?

 

Samenwerking

Binnen een praktijknetwerk werken meerdere partijen samen om een kennisvraag te beantwoorden. Binnen dit netwerk zijn dat de telers, bodemkundigen en economen, terwijl de specialistische kennis geleverd wordt door Gino Smeulders van de Biogeoloog. De begeleiding is in handen van Harm de Vries van RINGadvies.